26 april - 29 april 2018
Boedapest | Hongarije
Leo Panzio Hotel
Transavia
In 2018 starten we het reisjaar met een stedentrip Boedapest, we verblijven drie nachten in de hoofdstad van Hongarije, een land waar we voor het eerst kennis mee maken. Wat ons het meest bij is gebleven? De diversiteit van de stad. Weinig mensen zullen bij een stedentrip als eerste aan Boedapest denken, maar de stad aan de Donau is volop in ontwikkeling en biedt o.a. historie, prachtige jonge én oude bouwwerken, een fantastisch uitzichtpunt, het grootste parlementsgebouw van Europa, een aantrekkelijk groen eiland middenin de rivier en uiteraard de thermale baden waar Boedapest bekend om staat.
We verblijven in Leo Panzio, een 3-sterrenhotel in het centrum van de stad, tussen metrostation Ferencik Tere en Astoria aan de Pestzijde. Bij aankomst op de luchthaven van Boedapest kopen we direct een 72-uurs OV kaart waarmee we gedurende drie dagen voor € 13 per persoon kunnen reizen met al het openbaar vervoer. Met de bus en metrolijn 1 is het 45 minuten reizen naar het hotel waar we donderdag eind van de middag aankomen. De stedentrip kan beginnen!
Boedapest staat al sinds de Romeinse tijd bekend om haar vele warmwaterbronnen waardoor de badhuizen letterlijk uit de grond stampen. Een bezoek aan dergelijk badhuis kan dus ook niet ontbreken tijdens een stedentrip. Wij kiezen voor het grootste medicinale kuuroord van Europa: de Széchenyibaden. De bronnen die voor de toevoer zorgen zijn 73,5°C - 77°C en verwarmen drie buitenbaden en 15 binnenbaden.
Het is een bewuste keuze om vrijdagochtend direct te starten met dit hoogtepunt, omdat het kuuroord in het weekend een stuk drukker schijnt te zijn. Ook scheelt het aanzienlijk als je een bezoek brengt in de ochtend t.o.v. de middag. De reis naar het Széchenyibad toe is vanaf het centrum al een uitje an sinch. Boedapest kent drie metrolijnen die onderling flink verschillen qua moderniteit en belevenis. De metrolijn naar het Széchenyibad is metrolijn 1 die in 1896 werd geopend door keizerin Sisi en tevens de oudste metrolijn vormt van het Europese vasteland. Deze authenticiteit herken je nog steeds terug aan de gammele wagonnetjes en de leren handvatten. We verblijven ongeveer drie uur in het badhuis, waar we de meeste tijd buiten doorbrengen in aangenaam weer. Het statische badhuis vormt zeker van buiten een mooi aanzien, terwijl het aantal baden binnen indrukwekkender zijn dan het uiterlijk ervan.
Na het bezoek aan dit mooie badhuis wandelen we enkele uren door het Városliget park waar het Széchenyibad middenin gevestigd is. Dit gebied is met één vierkante kilometer het grootste park van Boedapest en is een prima plek om even tot rust te komen. Het is geen spectaculair park, maar er staan wel een aantal indrukwekkende kastelen en andere gebouwen die zeker de moeite waard zijn om langs te lopen. Tussen de Andrássy út boulevard en het Városliget park ligt het Heldenplein. Het plein werd vanaf 1896 aangelegd ter gelegenheid van de viering van de duizendste verjaardag van de Hongaarse "landname''. Het plein wordt gedomineerd door het Millenniummonument waar de helden van de staat worden geëerd. Hongarije kent nogal een lange geschiedenis van overheersers (achtereenvolgens Romeinen, Mongolen, Ottomanen, Oostenrijkers/Habsburgers, Duitsers en Russen). Deze Hongaarse perioden waarin het nauwelijks onafhankelijk was, heeft in ieder geval wel de nodige nationale helden opgeleverd.
We vervolgen onze wandeltocht naar het staatsopera gebouw via Andrássy út, een 3,3 km lange winkelstraat waar we eerlijk gezegd meer van verwacht hadden. Hier zijn namelijk vooral ambassades, woningen en peperdure winkels te vinden. Oh en dan vergeten we nog de posters van Max Verstappen, die ook hier in Formule 1 gek land Hongarije mateloos populair is.
Het Hongaarse operagebouw is onze volgende bestemming die even verderop aan de boulevard gelegen is. De staatsopera is fraai, zowel van buiten als van binnen. Het interieur is bij binnenkomst al volledig met goud versierd. We willen hier een rondleiding van 20 minuten boeken, echter is de theaterzaal onder constructie waardoor de tour is ingekort en wordt gecompenseerd met een extra lange ‘operavoorstelling’. Eigenlijk komen we juist voor de theaterzaal en laten we dit alternatieve aanbod schieten en trekken we door naar de Sint-Stefanus basiliek.
De Sint-Stefanus basiliek vormt samen met de Matthiaskerk de twee gezichtsbepalende kerken van Boedapest, waarvan eerstgenoemde sinds de oplevering in 1905 de grootste is van de stad. Met de 96 meter hoge koepel oogt de kerk van buiten monumentaal. Door een bruiloftsdienst moesten we even wachten voordat we alles konden zien, maar we konden al snel concluderen dat het interieur niet onder doet voor de buitenkant. Alle bekende Hongaarse schilders en beeldhouwers van rond de eeuwwisseling werkten mee aan de vervaardiging ervan. Zo toont de koepel een mooi plafond met allerlei mozaïeken. Verder is het Sint-Stefanusplein waar de gelijknamige kerk gevestigd is, opvallend rustig, ook voor een doordeweekse dag.
Dit is toch dé plek waar je massatoerisme zou verwachten met de bijbehorende straatverkopers. Echter is niets dan minder waar. Het bewijs dat Boedapest nog niet volledig ontdekt is door Europeanen en Aziaten als aantrekkelijke stedentrip.
Door het wegvallen van de rondleiding in het operagebouw eerder op de dag, hebben we onverwachts iets meer ruimte in de dagplanning die we benutten met een rondje om het bekende parlementsgebouw. Dit is toch wel het hoogtepunt van de skyline van Boedapest. Net als het Vissersbastion werd het Parlementsgebouw gebouwd ter ere van het duizendjarig jubileum van Hongarije. In 1880 werd er een prijsvraag uitgeschreven die gewonnen werd door Imre Steindl. Voor zijn ontwerp werd de architect geïnspireerd door het Parlementsgebouw in Londen. Met een oppervlakte van 18.000 m2 (268 meter hoog en 118 meter breed) is het één van de grootste parlementsgebouwen ter wereld. De grootte in combinatie met de fraaie afwerking maakt het parlementsgebouw tot een imposante bezienswaardigheid.
Op een paar minuten lopen vanaf het parlementsgebouw vind je aan de kade over een lengte van 40 meter, zestig paar metalen schoenen ter nagedachtenis aan de Joden die in de Tweede Wereldoorlog vanaf de kade werden doodgeschoten en in de Donau werden gegooid. Mooi om te zien dat deze tragische gebeurtenis door middel van zo’n passend en indrukwekkend monument in herinnering blijft.
Op zoek naar een plek om te avondeten valt ons oog op een hipstertent genaamd Kajahu, een ultramodern restaurant waar een DJ live staat te draaien en waar je via een display scherm in de tafel en een computermuis onder de tafel zelf online je eten kunt bestellen. Origineel concept dat prima lijkt te werken, want de ober hoeft geen bestellingen op te halen en is er snel bij met onze drankjes en hapjes. Kortom, prima service en ook nog eens goed eten in een leuke sfeer.
Waar dag één in teken stond van het stadsdeel Pest (Oostzijde), staat voor dag twee stadsdeel Boeda (Westzijde) op het programma. Waar Pest nagenoeg vlak is, bezit Boeda een heuvelachtiger landschap. Nog een verschil is de drukte bij de bezienswaardigheden die –wellicht ook omdat het weekend is- veel drukker zijn. Maar voordat we de oversteek maken naar Boeda, wacht ons eerst een bijzondere sightseeing tour met een wel heel speciaal voertuig, namelijk: de ambifibus.
Deze zogeheten ‘River Ride Tour’ start als een gewone toeristenbus met een audiotour door Pest, maar gaat halverwege de rondleiding de Donau in om een stukje te varen. In totaal neemt de tour een kleine twee uur in beslag. Hoewel dit fenomeen al in veel meer plaatsen zichtbaar is, blijft het een unieke ervaring als je het (zoals Tessa) voor het eerst meemaakt. Ook voor de omstanders die de (water)bus aanschouwen is het een attractie.
De River Ride stopt waar de tour begon, namelijk aan de Pestzijde aan de voet van de Kettingbrug. Deze 330 meter lange brug uit 1849 ziet er niet alleen fraai uit, maar bezit ook een historisch verhaal. Zo dreigde de gloednieuwe brug al na één jaar opgeblazen te worden door Oostenrijkers die de opstandige Hongaren zo in toom probeerden te houden. Uiteindelijk bleef de schade beperkt, maar 100 jaar later was het alsnog raak toen Hitlers troepen de brug opbliezen om de oprukkende Russen tegen te houden. In 1949 werd de prachtige brug alweer in oorspronkelijke stijl herbouwd. Via de Kettingbrug komen we aan in Boeda, waar het aan de voet van de Gellertheuvel druk is met grofweg drie groepen mensen: toeristen, aanbieders van tours om toeristen naar boven te rijden en een groep hondenbezitters van een uniek Hongaars hondenras met dreadlocks. Op de vraag aan één van deze hondenbezitter wat er aan de hand was, antwoordde ze dat de groep op deze manier hun bijzondere nationale hondenras onder de aandacht willen brengen met een stadswandeling naar de Burcht van Boedapest. Wij besluiten om het spraakmakende kasteel te voet af te leggen, wat in 10 minuten prima te doen is. Het strategisch gelegen kasteel diende als vestingplaats waar sinds de invasie van de Mongolen (13e eeuw n. Chr.) koninklijke families verbleven. Wij lopen een rondje om dit paleis en besluiten om de diverse musea van binnen over te slaan omwille van de tijd.
Te voet reizen we door naar de volgende bezienswaardigheid in Boeda, namelijk de Matthiaskerk en het nagelegen Vissersbastion. Deze Rooms Katholieke kerk vormt net als de Burcht even verderop de oudere highlights van de stad. Waar veel gebouwen zoals de Sint-Stefanusbasiliek, het Parlementsgebouw en het operatheater niet ouder zijn dan 200 jaar, vind je in Boeda overblijfselen van de oudere geschiedenis. De Matthiaskerk valt op door de fel glanzende gekleurde dakpannen. In 1867 werd het Oostenrijkse keizerspaar Frans-Jozef en Elizabeth (Sisi) hier gekroond. Er bestaan meerdere theorieën over het ontstaan van de naam van het Vissersbastion.
Wel staat vast dat het geen vesting (bastion) is, maar een terras met sneeuwwitte natuurstenen muren, trappen, torens en arcaden. Het bouwwerk biedt een mooi uitzicht over de Donau, op de stadsdelen van Pest met het opvallende parlementsgebouw en op de Gellértberg.
Via de bus en de tram komen we uit op de Margitbrug waar we vanaf de zuidkant het Margaretha eiland betreden. Dit eiland ligt middenin de Donau en is 3 km lang en 500 meter breed. Het eiland vormt eigenlijk één groot groen park waar (buiten enkele stadsbussen) geen gemotoriseerd vervoer toegestaan is. Wel bevinden zich er o.a. een hotel, een hardlooproute, een boerderij en diverse sportclubs. Wij lopen op zaterdagmiddag het eiland af waar we ons mengen tussen de lokale bevolking die in het weekend net als wij van het weer en de natuur genieten. Leuke bijkomstigheid is dat we vanaf de kade nog de River Ride bus het water in zien belanden, iets wat we vanmorgen zelf in de bus hebben meegemaakt.
Voor vandaag staat er nog een bezienswaardigheid op het programma en dat vormt letterlijk het hoogtepunt van de stedentrip: de beklimming van de Citadella. We reizen af naar de zuidkant van Boeda waar we eerst avondeten zodat we een goede basis hebben om de 235 meter hoge Gellértberg te beklimmen. Als hoogste punt van Boedapest werd het fort in 1854 gebouwd tijdens de Habsburgse monarchie. Zo'n 100 jaar later bezetten de Russen het tijdens de Hongaarse revolutie van 1956. Ook voor fitte, jonge mensen is het een uitdagende klim waar je gerust een half uur voor kunt uittrekken. Eenmaal boven weet je al snel dat het iedere trap omhoog waard was, omdat het uitzicht over de stad prachtig is.
Vanaf zijn hoge wallen zie je de Donau kronkelen tussen de twee delen van het prachtige Boedapest: het heuvelachtige Boeda aan de westkant en het vlakke Pest aan de oostkant. Let op alle acht bruggen om je te oriënteren op locaties in de stad. Extra sfeervol is dat het inmiddels donker is geworden en we de stad fraai verlicht zien. Het geeft een romantische avondbeeld om van te genieten met uitzicht over gehele stad met al haar bezienswaardigheden waarvan we na twee intensieve dagen al het gevoel hebben we dat we de stad aardig hebben leren kennen.
We eindigen onze laatste avond in het warme Boedapest met een drankje in de Ice Bar vlakbij ons hotel. Het is er net zo rustig als dat het koud is, maar dat weerhoudt ons er niet van om foto’s te maken van alle in ijs gegoten versieringen. Hoewel we een speciale deken om hebben tegen de vrieskou, is het toch raadzaam om na ongeveer 20 minuten weer naar buiten te gaan. Een frisse neus en een ervaring rijker vertrekken we naar het hotel.
Na drie nachten en twee volle dagen in Boedapest zit de stedentrip er alweer op. We vliegen zondag eind van de middag weer terug naar Rotterdam, dus dat betekent dat we nog een paar uur hebben stuk te slaan voordat we naar de luchthaven moeten. Eerder zijn we langs de dierentuin van Boedapest gekomen en dit heeft ons op het idee gebracht de laatste ochtend te benutten door een bezoek te brengen aan de Boedapest Zoo. In Nederland kennen we inmiddels bijna alle dierentuinen dus we hebben een aardig referentiekader als we opmerken dat de dierenverblijven hier dicht op elkaar staan en we onze vraagtekens zetten bij de beveiliging van sommige verblijven. Dit maakt het er in ieder geval niet minder leuk op en we kunnen de giraffen, ijsberen, tijgers, beren, piranha’ en olifanten bijna aanraken.
Waar we bij aankomst zo konden doorlopen, stond er begin van de middag een gigantische rij bij de kassa van de dierentuin. Dik kans dat de vele gezinnen gestimuleerd werden door het heerlijke weer (27 graden, volle zon) op de vrije zondag. Wij gaan met de trolleybus terug naar het hotel om de koffers op te pikken en vertrekken naar het vliegveld om deze fantastische stad te verlaten. Leuk feitje is dat we gedurende de citytrip gebruik hebben gemaakt van alle mogelijke OV-soorten: metrolijnen 1 t/m 3, bus, trolleybus en tram. En dan rekenen we het amfibievoertuig nog niet eens mee.
Hoewel de stad een Sovjet achtergrond heeft, is -een kleine dertig jaar na het wegvallen van het IJzeren Gordijn- Boedapest nu een moderne hoofdstad geworden die van alle West-Europese gemakken voorzien is. Uitgaansmogelijkheden, toeristische attracties, talloze groene pleinen en openbare (reis)voorzieningen. Boedapest heeft het allemaal. Tel daarbij op de aantrekkelijke lage prijzen en de vele bezienswaardigheden en je komt tot de conclusie dat dit een stad in opkomst is die de komende jaren meer bezoekers zal trekken. Allemaal binnen twee uur vliegen te bereiken. Ook een voordeel is dat de massa de stad aan de Donau nog niet ontdekt heeft, waardoor de meeste highlights prima te bezoeken zijn zonder dat het er zwart ziet van de mensen. Een prettige bijkomstigheid hiervan is het ontbreken van de vele straatverkopers. Waar je in steden als Rome, Parijs en Barcelona continu wordt lastig gevallen, missen we ze hier als kiespijn. Kortom, genoeg voordelen! Daarmee nemen we het omrekenen met de Hongaarse valuta (Forinten) op de koop toe.
✅ Goedkope Europese bestemming.
✅ Zeker voor een hoofdstad (nog) niet druk.
✅ Korte reisduur (twee uur vliegen).
✅ Uitstekend openbaar vervoer.
✅ Een intensieve stedentrip is prima te combineren met een relaxt uitje naar het badhuis
❌ Werken met andere valuta die niet makkelijk rekent.
❌ In verband met het landklimaat zijn heersen grote delen van het jaar onprettige temperaturen. Rond de winter is het al snel te koud en in de zomer te warm voor een stedentrip.
TIP 1: bezoek Boedapest in de maanden vlak voor of na de zomer zodat je grote kans hebt op veel zonuren met aangename temperaturen.
TIP 2: wanneer je een badhuis bezoekt in Boedapest kun je het best op een doordeweekse ochtend gaan omdat het dan relatief rustig is.
TIP 3: koop een 24, 48 of 72 uur OV kaart waar je gedurende deze periode gratis met alle soorten openbaar vervoer kunt reizen. Museum fanaat? Kies dan voor de Boedapest Card waarmee je niet alleen gratis reist in het OV, maar ook nog eens met flinke kortingen of zelfs gratis in musea kunt.